Woon winkelpand | Object bestaande uit een woongedeelte en een winkelgedeelte. |
Woonlasten | Het bedrag dat je per jaar extra betaalt voor je woning. Denk hierbij aan: onroerende zaakbelasting, verontreinigingsheffing, bijdrage Vereniging van Eigenaren, etc. |
Woonwerkpand | Object bestaande uit een woongedeelte en een werkgedeelte. |
WOZ | afkorting van Wet Waardering Onroerende Zaken. |
WOZ Beschikking | Waardebeschikking van een object door de gemeente op basis van de Wet WOZ |
WOZ waarde | De waarde van een object op basis van de Wet WOZ. |
Zakelijk vastgoed | Vastgoed wat zakelijk wordt gebruikt of geëxploiteerd. |
Zakelijke hypotheek | Hypotheek aan een ondernemer. |
Zoekopdracht | Dat is een opdracht voor het zoeken van een geschikte ruimte of gebouw voor een bedrijf. Hier wordt vaak gekeken naar de plaats, m2, bereikbaarheid etc. |
A locaties | Zowel voor kantoren als voor winkels wordt over A, B en C locaties gesproken (ook wel welstandsklasse genoemd). Voor retail zijn de locaties meestal van immens belang. Een A1 locatie is het hoofdwinkelgebied in een stad. Met andere woorden, de bekende winkelstraten van grote steden met de bekende winkelformules. Het "fun shopping gehalte" is op A1 locaties groot. De prijs per m2 is hoog. A2 locaties vormen de aanloopstraten naar A1-locaties toe. |
A1 locatie | Gebieden of winkelstraten met de hoogste bezoekersaantallen, uitgedrukt in een drukte-index lopend van 100 tot 75. Kenmerken zijn een voetgangersdomein, landelijk bekende publiekstrekkers en hoge koop- en huurprijzen. Modezaken, schoenen- en lederwarenzaken en warenhuizen bezetten hier meer dan 75% van de winkelvloeroppervlakte. Er is weinig leegstand (2-4%). |
A2 locatie | Gebieden of winkelstraten met een drukte-index van 50 tot 75. Modezaken, schoenen- en lederwarenzaken zijn met 55% van de winkelvloeroppervlakte dominant aanwezig. Landelijk en regionaal opererende filiaal- en franchisebedrijven vestigen zich hier met name. De leegstand is redelijk (5-7%). |
Aankoopkosten | De aankoopkosten zijn alle kosten waar u tegen bij het kopen van een bedrijfsgebouw, hierbij kunt u denken aan: makelaarscourtages en notariskosten, overdrachtsbelasting en BTW. Deze aankoopkosten komen bovenop de overeengekomen koopsom. Aankoopkosten kunt u periodiek afschrijven. Meer informatie over vastgoed en bedrijfsonroerendgoed begrippen kunt u terugvinden in onze begrippenlijst. |
Aanvangsschuld | De hoogte van de oorspronkelijke lening. |
Accountant | Een accountant (accomptant, rekenaar, rekenmeester) is iemand die beroepsmatig jaarrekeningen controleert, jaarrekeningen opmaakt of financiële administraties voert. Voor dit beroep is een speciale opleiding nodig. |
Afkoopwaarde | Het bedrag dat wordt uitgekeerd bij voortijdige beëindiging van je levensverzekering. Dit is de tot op dat moment opgebouwde waarde van je verzekering verminderd met kosten. |
Aflossingsvrij | Daarbij betaald u alleen rente. Het betekent wel dat u een lange financiering aangaat, tenzij u aflost door verkoop. |
Afschrijving | Administratieve weergave van de aangenomen economische waardevermindering van een vast kapitaalgoed |
Afslossingsschema | Een overzicht waarin staat aangeven hoe de aflossing van je hypotheek plaatsvindt. |
Afsluitkosten | Het bedrag dat de bank in rekening brengt voor het afsluiten van je hypotheek. Dit bedrag kun je meefinancieren in je hypotheek. |
Afsluitprovisie | Afsluitprovisie is de courtage die een bank ontvangt bij het afsluiten van een hypotheek. |
Alarmsysteem | Een alarmsysteem of alarminstallatie is een elektronisch systeem dat een alarm geeft bij gevaarlijke gebeurtenissen. Een gangbare term is inbraakalarm, doch de huidige alarmsystemen hebben meestal meerdere mogelijkheden, zoals het detecteren van brand, diefstal, bij een persoonlijk alarm, etc. |
Annuïteitenhypotheek | Een annuïteitenhypotheek is een hypotheek waarbij elke termijn het aflossingsbedrag zo wordt gekozen, dat de totale betaling (de som van rente en aflossing) elke keer gelijk is, en zodanig dat aan het einde van de looptijd de gehele hypotheeklening is terugbetaald. Een dergelijk aflossingstype wordt annuïteit genoemd. |
antikraak | Het laten bewonen van een object ter voorkoming van kraak. |
Architect | Met architect wordt in het algemeen een ontwerper van gebouwen bedoeld, die dit ontwerp visualiseert (op tekening zet) en de verwerkelijking van dit concept technisch en administratief begeleidt. |
Asbest | Asbest is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen (silicaten), die zijn opgebouwd uit fijne, microscopisch kleine vezels. Asbest is een natuurlijk product. |
Autoriteit Financiële Markten | Toezichthouder op het gedrag van en de informatieverstrekking door alle partijen op de financiële markten in Nederland (AFM) |
B locaties | B locaties zijn winkelgebieden buiten de A locaties. |
B-locatie | Een B locatie kenmerkt zich door het volgende: Goede bereikbaarheid per openbaar vervoer op regionaal of stadsgewestelijk en lokaal niveau. Redelijke bereikbaarheid per auto op lokaal en bovenlokaal niveau. Beperking van parkeerfaciliteiten, vooral voor langparkeerders. Goede bereikbaarheid per fiets. |
B1 locatie winkelruimte | Gebieden of winkelstraten met een drukte-index van 25 tot 50. Ongeveer 75% van de winkels is hier in handen van zelfstandige ondernemers. De branches textiel en schoeisel nemen 40% van de winkelruimte in. Horeca, dienstverlening en baliefuncties worden hier ook teruggevonden. |
B2 locatie winkelpanden | Gebieden of winkelstraten met een drukte-index van 10 tot 25. Het gaat vaak om straten met veel autoverkeer (of in autoluwe gebieden om de niet-succesvolle doorsteken en pleinen). Grote discount-schoenenzaken, sportzaken en supermarkten, alsmede niet-detailhandelsvoorzieningen zijn hier gevestigd. Particuliere woningen zijn hier met 25-30% het meest dominant aanwezig; 80% van de winkels is in handen van zelfstandige ondernemers uit het mkb. |
Bankgarantie | Een garantie van de bank dat de borgsom die jij aan de verkoper van je nieuwe woning moet betalen wordt voldaan. Deze borgsom dient als zekerheid voor de verkoper, ter nakoming van de door jou aangegane koopverplichting. De bijbehorende premie kun je meefinancieren in je hypotheek. |
Bankgarantie of borg | Bij de huur van een bedrijfspand wordt dikwijls een bankgarantie of borg gevraagd door de verhuurder. De hoogte van dit bedrag is meestal gebaseerd op 3 maanden huur. Na afloop van het huurcontract en na voldoening van al uw verplichtingen ontvangt u uw borg of bankgarantie terug. Een bankgarantie is niets meer dan een storting van het bedrag op een speciale beschermde rekening bij uw bank. |
BAR | Afkorting van Bruto AanvangsRendement |
Bedenktijd | De bedenktijd moet voorkomen dat u onder tijdsdruk overhaaste beslissingen neemt met grote financiële gevolgen. Ook heeft u hierdoor tijd om deskundigen te raadplegen. |
Bedrijfsbestemming | Wanneer ergens een bedrijfsbestemming opzit, dan betekent dit dat er een bedrijf zich kan vestigen en geen huishouden of horeca. |
Bedrijfsmakelaar | Makelaar in bedrijfsonroerendgoed. |
Bedrijfsonroerendgoed | Onroerende zaken met een bedrijfsmatige bestemming of gebruik. |
Bedrijfsovername | In het zakenleven is een overname (ook wel acquisitie genoemd) de koop van een bedrijf (het doel) door een ander bedrijf (de bieder). Deze overname kan op verschillende manieren geschieden. Doorgaans wordt er onderscheid gemaakt tussen een "vriendelijke overname" en een "vijandige overname". |
Bedrijfspand hypotheek | Hypotheek op een bedrijfspand/ruimte |
Bedrijfspand met woning | In sommige gevallen is het mogelijk dat er een bedrijfspand met woning wordt aangeboden. Dit houdt dan in dat er aan het bedrijfspand een woonhuis is gekoppeld. Controleer altijd of dit bestemming technisch legaal is. |
Bedrijfsschadeverzekering | Een bedrijfsschadeverzekering is een Nederlandse vorm van verzekering die de eigenaar(s) van een bedrijf verzekert tegen het risico van bedrijfsstilstand, bijvoorbeeld als gevolg van brand. Een bedrijfsverzekering is een brandverzekering en wordt daarmee ingedeeld in schadeverzekeringen. |
Bedrijfsverzekering | Bedrijfsverzekeringen zijn naast persoonlijke verzekeringen noodzakelijk voor iedere ondernemer. Hieronder staan de verzekeringen die u kunt afsluiten voor uw onderneming. |
Bedrijven Investeringszone BIZ | Een BIZ maakt het mogelijk voor ondernemers om gezamenlijk te investeren in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving, waarbij alle ondernemers meebetalen. Een BIZ is een afgebakend gebied, bijvoorbeeld een winkelgebied of een bedrijventerrein. De activiteiten van een BIZ zijn aanvullend op die van de gemeente. Bij voldoende draagvlak betalen alle ondernemers mee. De gemeente stelt hiervoor een heffing in en keert de opbrengst uit aan de vereniging of stichting die de activiteiten namens de ondernemers uitvoert. |
Bekijkmehier | Internetmakelaar met de website www.bekijkmehier.nl |
Beleggen | Aanwenden van vermogen met als doel het instandhouden dan wel het vergroten van dat vermogen onder acceptatie van een bepaald risico |
Beleggingshypotheek | Een beleggingshypotheek is hypotheek die is gekoppeld aan beleggingen op effecten (aandelen en dergelijke) |
Beleggingspand | Gebouw dat dient als beleggingsobject en dat (verhuurd wordt en) als geldbelegging dient. |
Bereidstellingsprovisie | Je hypotheekofferte blijft een beperkte periode geldig. Als je deze termijn wilt verlengen, betaal je daar (alleen bij rentestijgingen) een vergoeding voor. Deze vergoeding wordt bij het passeren van de hypotheekakte door de notaris verrekend. |
Besloten vennootschap (bv) | De bv is een vennootschap waarin het kapitaal in aandelen is verdeeld. De aandelen zijn in handen van de aandeelhouder(s). De bv is een rechtspersoon met dezelfde juridische status, rechten en plichten als een natuurlijk persoon. De bv zelf wordt als ondernemer gezien, de directeur is in dienst en handelt uit naam van de vennootschap. U kunt een bv zelfstandig, of samen met anderen oprichten. |
Bestemmingsplan | Het bestemmingsplan is een bijzonder plan. Het is namelijk een bindend plan voor zowel overheid als burgers. De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast. Ze wijst daarin de bestemming, ofwel functie van de grond aan. Ook geeft ze regels over het gebruik van de grond en hetgeen daarop gebouwd is (bouwwerken). |
Bezichtigingen | Wanneer u geintresseerd bent in een bepaald object kunt u een bezichtiging aanvragen. Dit geheel vrijblijvend en doet u vaak met een eigenaar of makelaar. In deze bezichtiging krijgt u een rondleiding door het gebouw en wordt er informatie verstrekt. |
Bijgebouw | Een bijgebouw is een zelfstandig bouwwerk. Het staat niet in directe verbinding met uw woning maar wordt via een aparte toegangsdeur bereikt. Het kan wel tegen de woning aangebouwd worden. |
BKR | BKR informeert aangesloten organisaties (deelnemers) over kredieten en gsm-abonnementen die consumenten hebben afgesloten. Deze informatie helpt deelnemers bij hun afweging of het verantwoord is een krediet te verstrekken. Zo helpt BKR krediet- en betalingsrisico's te beperken en overkreditering en andere problematische schuldsituaties te voorkomen. |
Boeterente | Boeterente is een boete die een hypotheekinstelling in rekening kan brengen indien u uw lopende hypotheek wilt oversluiten naar een andere instelling. Dit zal gebeuren als de rente die uw huidige hypotheekinstelling op dit moment in rekening brengt over zijn hypotheken lager is dan het percentage dat u over uw huidige hypotheek betaalt. Op het moment dat u dan zou besluiten uw hypotheek over te sluiten, loopt de hypotheekinstelling dus rente-inkomsten mis. De hypotheekinstelling brengt u dan een boete in rekening als een vergoeding voor deze misgelopen inkomsten. |
BOG | Afkorting van Bedrijfs Onroerend Goed. |
BOG makelaar | Makelaar in bedrijfsonroerendgoed |
Borgstelling | Het zich voor de schuld van een ander verplichten tot betaling indien die ander zijn betalingsverplichtingen zelf niet nakomt. |
Bouwchecklist | Deze checklist is bedoeld om u voldoende inzicht te geven in de processen en besluitvormings momenten die tijdens het eerste moment vanaf de planvorming tot aan de uiteidelijke realisatie zich voordoen en die uiteindelijk ervoor kunnen zorgen of uw plannen wel of niet gerealiseerd worden. |
Bouwgrond | Grond waar op gebouwd kan worden. |
Bouwkundig rapport | Het opstellen van een bouwkundig rapport is aan te bevelen bij aan- of verkoop van uw woning, het uiteindelijke rapport is tevens geschikt en voldoet aan de eisen die gesteld zijn t.b.v de Nationale Hypotheek Garantie. De bouwkundige keuring wordt uitgevoerd door ervaren bouwkundige. Het bouwkundig rapport is helder en in begrijpelijke taal geschreven, voorzien van foto's, wordt full color uitgeprint en in drievoud verzonden. |
Bouwrente | In de periode tussen de aankoop van het huis en de overdracht bij de notaris, hoeft de koper de vervallen termijnen van de koop-/aanneemsom nog niet te betalen. Hierdoor ontstaat een renteschuld. Deze rente moet bij het passeren van de akte door de koper worden betaald, tijdens de bouw, na de overdracht bij de notaris. |
Bouwtechnische keuring | Wanneer u onroerend goed koopt is het altijd verstandig om een bouwtechnische keuring uit te laten voeren. U komt dan te weten in welke technische staat dit pand verkeerd. |
Bouwvak | Een vakantieperiode wanneer de gehele bouwbranche met vakantie is. |
Bouwvergunning | Een vergunning om te mogen bouwen of verbouwen. |
Branche | Een branche is een deel van de economie. Het is een benaming voor alle bedrijven samen die actief zijn in een bepaalde categorie producten of diensten. |
Branche beperking | Bij huur van winkelruimte moet u letten op eventuele branchebeperkingen. Een branchebeperking houdt in dat er in het huurcontract van uw voorganger een bepaling staat dat de volgende huurder van het winkelpand niet in dezelfde branche actief mag zijn. |
Brancheorganisatie | Een brancheorganisatie, ook wel branchevereniging, is een verzameling van meerdere bedrijven /organisaties uit één branche. Een dergelijke organisatie, vaak een stichting of een vereniging, kan diverse doelen nastreven. Daarbij komt het binnen een brancheorganisatie altijd neer op de behartiging van de collectieve belangen van de leden. |
Bruto aanvangsrendement | Bruto huurinkomsten van het eerste exploitatiejaar, bij volledige verhuur, in verhouding tot de aankoopprijs van het vastgoedobject |
Bruto aanvangsrendement (BAR) Belegging | Jaarhuur van het eerste jaar (na aankoop vastgoed) gedeeld door de totale fondsinvestering (koopsom plus kosten koper plus overige kosten) minus een eventuele liquiditeitsreserve. |
Bruto aanvangsrendement (BAR) Vastgoed | Jaarhuur van het eerste jaar (na aankoop vastgoed) gedeeld door de koopsom plus kosten koper c.q. koopsom vrij op naam. |
Brutovloeroppervlakte | Dit betreft de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een vastgoedobject gemeten (volgens NEN 2580) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen. |
BTW | Naargelang het product of de dienst worden er verschillende BTW-tarieven toegepast. Dit zowel voor de producten die je verkoopt, als voor deze die je aankoopt. |
Buffer bij verkoop | Geprognosticeerde winst bovenop de terugbetaling van de inleg aan het einde van de looptijd op basis van de prognose van de aanbieder. Indien dit scenario niet is gegeven in het prospectus, wordt er uitgegaan van een verkoop op basis van dezelfde kapitalisatiefactor die is gebruikt bij aankoop van het vastgoed. De buffer bij verkoop wordt uitgedrukt als percentage van het eigen vermogen. |
Buffer bij verkoop uit aflossing | Gedeelte van de winst die voortkomt uit tussentijdse aflossingen op de hypothecaire lening. |
Buitenruimte | Ruimte in de buitenlucht. Dit is vaak belangrijk bij bijvoorbeeld kinderdagverblijven. |
Business park | Is een omgeving in een stad of land waar veel kantoorpanden groep samen gevestigd zijn. |
C locatie | Gebieden of winkelstraten met een drukte-index van 5 tot 10. Deze locaties worden gekenmerkt door lage huur- en koopprijzen, menging van functies, niet-aaneengesloten winkelpanden, branches met een grote behoefte aan m2 showroom, veel matig functionerende winkels, een hoge mutatiegraad en hoge leegstand (25%). |
C-locatie | Gebieden of winkelstraten met een drukte-index van 5 tot 10. Deze locaties worden gekenmerkt door lage huur- en koopprijzen, menging van functies, niet-aaneengesloten winkelpanden, branches met een grote behoefte aan m2 showroom, veel matig functionerende winkels, een hoge mutatiegraad en hoge leegstand (25%). |
Canon | De vergoeding die je betaalt voor het recht van erfpacht. |
Casco panden | Een casco pand heeft alleen nog de draagmuren en is verder helemaal leeg. Alles is eruit er wordt meestal opnieuw opgebouwd. |
Certificaten van aandelen | Documenten die de economische rechten die verbonden zijn aan het houden van aandelen vertegenwoordigen |
Collectief beveiligen | Gezamelijk zorg dragen voor beveiliging van een gebied of pand |
Commanditaire Vennootschap (CV) | Samenwerkingsverband tussen de commanditaire vennoten (beleggers) en de beherend vennoot (meestal de aanbieder). Er wordt voor gezamenlijke rekening en risico belegd in (commercieel) onroerend goed met als doel het behalen van exploitatie- en/of verkoopwinst. De vennoten in een commanditaire vennootschap zijn alleen draagplichtig tot het bedrag van hun inbreng. Dit houdt in dat, mocht er in CV-verband iets misgaan en er ontstaan vorderingen, deze uitsluitend te verhalen zijn op het CV-vermogen en/of op de beherend vennoot. |
Commercieel Vastgoed | Vastgoed met een commerciële bestemming. Dit zijn over het algemeen kantoorruimtes, bedrijfsruimtes, horeca en winkelvastgoed. |
Conversie | Het omzetten van de ene hypotheekvorm naar de andere. Bijvoorbeeld van spaar- naar beleggingen, of van spaar- naar aflossingsvrij. Voor deze omzetting betaal je eenmalig EUR 300,- administratiekosten. |
Courtage | Courtage is de afsluitprovisie die een makelaar ontvangt bij de aan- of verkoop van een object. |
Dagrente | De op een bepaalde dag geldende rente voor nieuw af te sluiten hypotheken met een bepaalde rentevaste periode of verlenging van bestaande hypotheken. Dus gewoon: de rente van vandaag. |
Dekkingswaarde | Onder dekkingswaarde verstaat het Hof de waarde die kan worden toegekend aan het door de belegger tot zekerheid van zijn beleggingen ingebrachte vermogen, zoals in dit geval de aandelenportefeuille |
Depotrente | De oplevering van je nieuwbouwwoning betaal je in termijnen. Je sluit de hypotheek af op het moment van aankoop en het geleende bedrag wordt op een aparte rekening (in depot) gezet. Als je een termijn moet betalen, wordt het bedrag overgeschreven. Zie ook: "bouwrente"en "grondrente" "renteverlies tijdens de bouw". |
Detailhandel | Detailhandel is het leveren van fysieke goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument. Het is een sector die bestaat uit verschillende branches (zoals de levensmiddelenbranche, de modebranche, de wonenbranche enz.). |
Direct beleggen | Beleggen in een vastgoedobject of portefeuille van vastgoedobjecten, waarbij doorgaans wordt uitgegaan van een meerderheidsbelang en bepalende zeggenschap |
Direct rendement | Rendement voortkomende uit de uitkeringen aan de belegger op basis van de netto exploitatieopbrengsten uit de investering |
Direct uitkeerbaar enkelvoudig rendement | Contante uitkering (vaak per kwartaal) uit exploitatie van het vastgoed (huuropbrengsten minus kosten) ná aflossing op de lening waarbij géén rekening is gehouden met de tijdswaarde van geld (zie ook beschrijving enkelvoudig rendement). Dit rendement is uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen. |
Direct uitkeerbaar IRR-rendement | Contante uitkering (vaak per kwartaal) uit exploitatie van het vastgoed (huuropbrengsten minus kosten) ná aflossing op de lening waarbij rekening is gehouden met de tijdswaarde van geld (zie ook beschrijving IRR-rendement). Dit rendement is uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen. |
Disagio | De afkoop van toekomstige renteverplichtingen door een bedrag ineens te betalen. |
Drukte index | De mate van diversiteit van de deelgebieden werd zorgvuldig berekend en er werd een drukte-index gebruikt waarmee drukte- en stiltegebieden kunnen worden bepaald. |
DTZ | Grote internationale BOG makelaar |
Due diligence | Onderzoeken naar de kwaliteit van de vastgoedbelegging voorafgaande aan de aankoop op o.a. juridische, fiscale, bouwtechnische en commerciële aspecten |
Duurzaam | Container begrip voor aspecten als lange levensduur, hergebruikte materialen en energiezuinig. |
Duurzaam vastgoed | Vastgoed dat aspecten in zich heeft van het begrip Duurzaam. |
Economische Huurwaarde | De economische huurwaarde is de huur die het vastgoed bij verhuur zou opbrengen. |
Een openbare inschrijving | Een door een notaris georganiseerde openbare inschrijving heeft veel weg van een openbare veiling. Toch zijn er wezenlijke verschillen. Zo zal bijvoorbeeld de bieding schriftelijk plaatsvinden in plaats van mondeling en wordt er geen inzetpremie uitgeloofd. |
Effectieve rente | Het rentepercentage dat je daadwerkelijk over je hypotheekschuld betaalt, waarbij rekening wordt gehouden met het moment waarop de hypotheekrente is verschuldigd (achteraf per maand). |
Eigen geld | Gelden die 100% van u zijn, niet van anderen geleend. |
Eigen middelen | Het geld dat je vrij beschikbaar hebt en eventueel in je hypotheek, je levensverzekering of in je nieuwe huis wilt investeren. |
Eigen vermogen | Saldo van aan alle bezittingen toegekende waarde (activa) verminderd met vreemd vermogen (passiva); ook wel aandelenkapitaal of risicodragend vermogen |
Eigendomsbewijs | eigendomsbewijs is het door het Kadaster gewaarmerkte bewijsstuk dat u de eigenaar bent van het vastgoed. U ontvangt het eigendomsbewijs na het passeren van de akte van levering bij de notaris. |
Eigenwoningforfait | Over de WOZ-waarde van je woning krijg je een bijtelling op je inkomen, deze noemen we eigenwoningforfait. Dit bedrag wordt opgeteld bij je inkomen in box 1. Hierover betaal je inkomstenbelasting. In onze berekeningen is hiermee rekening gehouden. |
Emissiekosten | Kosten voor de plaatsing van participaties in een beleggingsfonds |
Emissieprijs | Prijs waarvoor effecten (aandelen en obligaties) op de markt worden gebracht |
Energielabel | Het energielabel geeft de mate van het benodigde energieverbruik van een object aan. |
Enkelvoudig rendement | Het rekenkundig gemiddelde van de jaarlijkse uitkeringen en de slotuitkering. Hierbij wordt géén rekening gehouden met de tijdswaarde van geld. |
Erfpacht | Het zakelijk recht om het genot te hebben van een aan een ander toebehorend stuk grond. |
Erfpachtcanon | De vergoeding die je betaalt voor het recht van erfpacht. |
Euribor | Het rentetarief dat banken onderling berekenen voor kortlopende leningen en deposito's. Veelal wordt bij hypotheken van vastgoed-CV's en -maatschappen een deel van de rente gebaseerd op het Euribortarief voor één maand plus een bepaalde opslag in de rente. |
Executieveiling | Een executieveiling is een veiling die voortkomt uit een beslaglegging. Gerechtsdeurwaarders en Deurwaarders van de Belastingdienst organiseren een executieveiling. |
Executieverkoop | De gedwongen verkoop van je object. Meestal door een bank. |
Executiewaarde | De executiewaarde is het bedrag (de waarde) van een goed dat dit object bij gedwongen verkoop naar verwachting zal opbrengen en wordt vastgesteld door taxatie. |
Exploitatiekosten | Kosten die gemaakt worden voor onderhoud, leegstand, verzekering, beheer e.d. van het onroerend goed, uitgedrukt in een percentage van de huur. |
Exploitatieperiode | De (beoogde) periode waarin de vastgoedobjecten zullen worden geëxploiteerd |
Extra aflossing | Een aflossing die je hetzij verplicht, hetzij vrijwillig doet boven het bedrag dat je al aflost in je hypotheek. |
Financieringskosten | De kosten van het financieren van je nieuwe huis of van je nieuwe hypotheek. Onder voorwaarden zijn deze kosten (gedeeltelijk) fiscaal aftrekbaar. |
Financieringsvoorbehoud | Een financieringsvoorbehoud kan tot een bepaalde datum worden ingeroepen door de koper. Dit kan meestal tot zo'n drie weken nadat de koopoverkomst door alle partijen is getekend. Mocht gedurende deze tijd blijken dat de koper geen financiering kan krijgen, dan kan hij de koopovereenkomst dus nog ontbinden zonder daarvoor een boete en schadevergoeding te moeten betalen. |
Fiscaal voordeel | Het jaarlijks bedrag dat je aan hypotheekrente betaalt leidt tot een lager belastbaar inkomen. Hierdoor hoef je minder inkomstenbelasting te betalen. Dit fiscale voordeel kun je jaarlijks laten uitbetalen of elke maand. Wil je je belastingvoordeel per maand ontvangen, vullen wij het verzoek voorlopige teruggaaf voor je in. |
Fondskosten/overige kosten/kostenopslag | Kosten die door de aanbieder worden gemaakt (als percentage van de koopsom) bovenop de koopsom van het vastgoed plus de kosten koper. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om structureringskosten, plaatsingskosten, afsluitkosten van de financiering, plaatsings-garantiekosten, selectie- en acquisitiekosten en niet-verrekenbare BTW bij aankoop van het vastgoed. |
Fondsmanager | De verantwoordelijke voor het management van een beleggingsfonds |
Franchise | Een franchise is een methode van zakendoen waarbij een ondernemer (de franchisenemer) een contract sluit met de eigenaar van een handelsnaam (de franchisegever) die de franchisenemer het recht geeft om tegen betaling een zaak met die handelsnaam te exploiteren. |
Funda in Business | Website specifiek voor bedrijfsonroerendgoed. |
Garagebox | Een garagebox is een overdekte en afsluitbare ruimte voor. Bewoners kunnen een garage bij hun woning hebben om hun voertuig of andere spullen op te bergen. Tegenwoordig zijn er ook bedrijven die garageboxen verhuren op bedrijventerreinen. |
Handelsbank | Handelsbanken bieden ondernemers een totaalproduct voor financieren, lenen, beleggen, verzekeren en heel veel andere zakelijke diensten. De ondernemer kan terecht bij 1 accountmanager voor alle zaken. |
Hefboomeffect | Het verbeteren van de opbrengst van het eigen vermogen door met geleend geld een opbrengst te halen die groter is dan de interest die over het geleende geld betaald wordt. |
Herbouwwaarde | De herbouwwaarde is het bedrag dat u nodig heeft om uw vastgoed, als deze totaal verloren zou gaan, weer op te bouwen in dezelfde staat. |
Herwaardering | Het opnieuw bepalen van een nominale waarde (hertaxatie) |
Horecapand | Een pand met een horeca bestemming/vergunning. |
Huisvestingsonderzoek | Onderzoek naar de huisvesting mogelijkheden in een bepaalde stad of land. Er wordt dan gekeken naar de bereikbaarheid, werkgelegenheid en prijs. |
Huren | Het gebruiken van een andermans eigendom door betaling van een tegenprestatie |
Huur periode | Periode (duur) dat u de huurovereenkomst aangaat. |
Huurcontract | Overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie. |
Huurindex | Een percentage waarmee de huur jaarlijks stijgt. |
Huurkapitalisatie | Omgekeerde van de kapitalisatiefactor bij verkoop en dus exclusief kosten koper. |
Huuropbrengst box 3 | In box 3 wordt het saldo van de waarde van de woning en de resterende hypotheekschuld belast met een vermogensrendementheffing (1,2%), voorzover het saldo niet binnen de vrijstelling valt van box 3. Daar staat tegenover dat de huurinkomsten onbelast zijn. |
Huurprijs | Prijs die u voor de huur van het gebouw betaalt. Voor winkels bestaat geen huurbescherming. |
Huurtermijn | Periode (duur) dat u de huurovereenkomst aangaat. |
Huurvoorstel | Na een vrijblijvende bezichtiging krijgt u van de eigenaar een huurvoorstel. Dit is een voorstel waarin de condities staan waarvoor u een ruimte of object kunt huren. Vaak kunt hier een tegen voorstel in doen. |
Huurwaarde | Het bedrag dat een bedrijfspand bij verhuur kan opbrengen. Of anders geformuleerd: het genot dat de eigenaar van een pand ervan heeft, uitgedrukt in geld. In veel gevallen is het bedrag van de huurwaarde wettelijk vastgesteld. Het wordt afgeleid van de zogenaamde WOZ waarde die de gemeente voor het bedrijfspand heeft vastgesteld. |
Hypothecaire lening | Lening waarbij een onroerende zaak (jouw huis) tot onderpand dient. |
Hypotheek | Lening waarbij een onroerende zaak (jouw huis) tot onderpand dient. Gebruikelijker Nederlands voor hypothecaire lening. |
Hypotheekakte | De notariële overeenkomst tussen jou en de bank, opgesteld door de notaris. |
Hypotheekaktekosten | De kosten die de notaris berekent voor het passeren van de hypotheekakte, inclusief de kosten van inschrijving in het hypotheekregister. |
Hypotheekbank | Een hypotheekbank is een bank met als hoofdactiviteit het uitlenen van geld tegen hypothecair onderpand. |
Hypotheekgever | Degene die de onroerende zaak (jouw huis) als onderpand voor de geldlening aanbiedt (de eigenaar of geldnemer, jij dus). |
Hypotheeknemer | Degene die de onroerende zaak (jouw huis) als onderpand voor de geldlening aanvaardt ( de bank dus) |
Hypotheekofferte | Een offerte voor een hypothecaire lening. |
Inboedelverzekering | Een inboedelverzekering is een verzekering tegen schade die men aan de inboedel (of: huisraad) op kan lopen. |
Incentives | Deze term wordt veel gebruikt voor het "weggeven" van huurperiodes of een bijdrage bij investeringen in een gebouw of ruimte. |
Indirect beleggen | Beleggen in een vastgoedobject of portefeuille van vastgoedobjecten, waarbij doorgaans wordt uitgegaan van een minderheidsbelang en beperkte zeggenschap |
Indirect enkelvoudig rendement | Beschikbare winst (incl. aflossing) bij de verkoop van het vastgoed waarbij géén rekening is gehouden met de tijdswaarde van geld, uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen (zie ook beschrijving enkelvoudig rendement). Dit rendement is uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen. |
Indirect IRR-rendement | Beschikbare winst (incl. aflossing) bij de verkoop van het vastgoed waarbij rekening is gehouden met de tijdswaarde van geld, uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen (zie ook beschrijving IRR-rendement). Dit rendement is uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen. |
Indirect rendement | Rendement voortkomende uit de waardevermeerdering van de investering |
Inflatiecorrectie | De jaarlijkse aanpassing van de huur aan het CBS-prijsindexcijfer. Hiervoor worden ook de termen index of indexering gebruikt. |
Informatiememorandum | Uitgebreide informatie over een vastgoedbeleggingsfonds met als doel het aantrekken van vermogen van beleggers |
Inspectie-afspraak | Afspraak met de verkoper om het object te bekijken vlak voordat de overdracht plaatsvindt. |
Institutionele beleggers | Institutionele beleggers zijn instellingen die het vermogen van bijvoorbeeld pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen beheren. Deze professionele beleggers nemen een groot deel van het aandelenbezit voor hun rekening. |
Investeringsaftrek | Investeringsaftrek is een fiscale faciliteit waardoor in Nederland en België investeringen in een onderneming aanleiding kunnen zijn voor een verlaging van het belastbaar beroepsinkomen of van de belastbare winst. |
Investeringsbank | Een investeringsbank ofwel zakenbank is een bank die bedrijven en overheden helpt in het aantrekken van geld door middel van het uitgeven en verkopen van securities in de kapitaalmarkten, zowel aandelen (bezit) als obligaties (schuld). |
IRR (Internal Rate of Return) | Methode van rendementsberekening waarbij rekening wordt gehouden met de hoogte en het tijdstip van uitkeringen aan de belegger (tijdswaarde van geld) |
IRR-rendement (Internal Rate of Return) | Een calculatiemethode waarbij het geprognosticeerde rendement wordt berekend, rekening houdend met de hoogte en het tijdstip van alle uitgaven voor en opbrengsten van de belegging (tijdswaarde van geld), inclusief de teruggave door de fiscus, uitgaande van de veronderstelling dat op de uitgekeerde som een vergelijkbaar rendement kan worden behaald gedurende de looptijd van de investering. Bij een vergelijking tussen verschilÂlende projecten op basis van het te behalen rendement is het derhalve beter dat te doen op basis van het IRR-rendement. Bij vastgoedÂbeleggingen is het IRR-rendement altijd lager dan het enkelvoudig rendement. |
JWZV | Afkorting voor Je woning Zelf verkopen, naar de website www.jewoningzelfverkopen.nl |
Kadaster | De instelling waar het eigendom van onroerende zaken wordt geregistreerd. Ook het hypotheekregister wordt hier bijgehouden. |
Kamer van koophandel | De Kamer van Koophandel heeft 3 belangrijke taken: voorlichting geven aan (startende) ondernemers, registratie in het Handelsregister en het stimuleren van de regionale economie. |
Kantoor | Een kantoor is een werkplaats waar administratief, verkoop, ICT etc werk wordt gedaan. Dit gebeurt meestal achter een bureau. |
Kantoorgebouwen | Complexen waar kantoren in gehuisvest zijn. Meestal zijn dit grote gebouwen. |
Kantoorinrichting | Inrichting voor kantoorruimtes. |
Kantoorpand | Gebouw dat wordt gebruikt voor kantoorwerkzaamheden. |
kantoorverzamelgebouw | Een gebouw waar verschillende bedrijven zijn gehuisvest. |
Kantorenmarkt | De markt voor het verkopen en / of verhuren van kantoorpanden. |
Kapitalisatiefactor | De koopsom gedeeld door de huur. Indien de kapitalisatiefactor op basis van de koopsom v.o.n. (dus inclusief kosten koper) wordt berekend, resulteert het omgekeerde van de BAR. Het is ook van belang de kapitalisatiefactor exclusief kosten koper te berekenen. De kosten koper maken immers bij verkoop geen onderdeel uit van de opbrengst. Berekening van de kapitalisatiefactor exclusief kosten koper maakt daarom de aankoopprijs en verkoop-opbrengst vergelijkbaar. |
Kavel | Een stuk grond waarop meestal gebouwd kan worden. (bouwkavel) |
Koop-/aanneemsom | Het bedrag dat je voor je nieuwbouwwoning moet betalen aan de bouwer/aannemer. |
Koopakte | Een koopakte is een overeenkomst die door de koper en de verkoper van bijvoorbeeld roerende of onroerende zaken worden getekend. Ook intellectuele eigendommen, overdraagbare rechten en aandelen in een vennootschap met rechtspersoonlijkheid kunnen middels een koopakte van eigenaar wisselen. |
Koopovereenkomst | Overeenkomst tussen de verkoper en de koper, waarin de koopprijs en aanvullende voorwaarden en afspraken zijn vastgelegd. Om je aanspraak op de woning veilig te stellen, kun je deze koopovereenkomst door de notaris laten registreren in het kadaster. In geval van overlijden of faillissement van de verkoper kan de woning niet in een nalatenschap of schuldverrekening worden opgenomen, en gaat de woning niet aan je neus voorbij. |
Koopsommen | Meervoud van een koopsom |
Kopen | Het overgaan van het eigendom door betaling van een tegenprestatie |
Kosten koper (k.k.) | De kosten die je maakt voor het verkrijgen in eigendom van je woning, de zogeheten aankoopkosten en de kosten die je betaalt voor het afsluiten van je hypotheek, de financieringskosten vormen samen de "kosten koper". |
Laaddocks | Laaddocks worden gebruikt voor het laden en lossen van vrachtwagens. Door de docks hoeft men niet meer het hoogteverschil te overbruggen. |
Laatste inspectie | De laatste inspectie vind doorgaans maximaal 24 uur voor de opdracht bij de notaris plaats. Tijdens zo'n laatste inspectie kunt u controleren of het bedrijfspand inderdaad leeg is en/of de spullen die bij de koop zijn inbegrepen, zoals vloeren e.d., zijn achtergebleven. |
Latente belastingvordering | In de toekomst te verrekenen belastingbedragen (actieve belastinglatentie) |
Leegstand | Wanneer een gebouw niet verhuurd of verkocht wordt, dan ontstaat er vaak leegstand. Er is dan geen bewoning of huisvesting. |
Levensverzekering | Een verzekering welke op de einddatum een bedrag uitkeert bij in leven zijn of bij eerder overlijden. |
Leverage (hefboomwerking) | Vreemd vermogen in verhouding tot de totale fondsinvestering, uitgedrukt in een percentage. |
leveringsakte | De leveringsakte is het document waarmee het eigendom overgaat van de verkoper op de koper. |
lineaire hypotheek | Een lineaire hypotheek is een vorm van een hypothecaire geldlening. Bij een lineaire hypotheek wordt de lening gelijkmatig afgelost, de te betalen termijnen bestaan uit rente en aflossing. De verschuldigde rente wordt berekend over het nog openstaande saldo van de hoofdsom, de totale lasten zijn aan het begin van de looptijd relatief hoog. |
Liquidatiewaarde | Het bedrag dat een object bij publieke verkoop of geforceerde onderhandse verkoop normaal gesproken zal kunnen opbrengen. |
Liquiditeitsreserve | De reserve die nodig of vereist is om de liquiditeit te handhaven. |
locatiekeuze | Bij de locatiekeuze van uw bedrijf spelen veel factoren een rol: vastgoedprijzen, uitstraling gebouw, oppervlakte, beleid gemeente, milieuvergunningen, soort locatie (A, B, C), aantal passanten, concurrentie (opzoeken op boulevard of juist niet naast de concurrent willen zitten), locale bewoners, veiligheid (zie veiligheidsmonitor van gemeentes), subsidies, arbeidsmarkt (kunt u personeel vinden rond uw locatie) parkeervoorzieningen en toevoerwegen, grootte verzorgingsgebied en klantenbereik. |
Luchtbehandeling | Onder luchtbehandeling wordt verstaan het behandelen van de lucht in gebouwen ten behoeve van de klimaatbeheersing in deze gebouwen. |
Luchtbehandeling | Vorm van klimaattechniek, bijvoorbeeld: topkoeling, airconditioning, vloerverwarming, luchtverhitters, roosters etc. |
Maatschap | Een maatschap is een samenwerkingsverband waarin de maten pro rata (ieder naar zijn/haar aandeel) participeren. Er wordt voor gezamenlijke rekening en risico belegd in (commercieel) onroerend goed met als doel het behalen van exploitatie- en/of verkoopwinst. |
Makelaar | Tussenpersoon / bemiddelaar bij verkoop of verhuur. |
Makelaarscourtage / Makelaarskosten | Kosten die de makelaar je in rekening brengt voor de begeleiding bij het kopen of verkopen van een huis. |
Marktonderzoek | Een marktonderzoek of marktstudie is een onderzoek waarbij informatie wordt verzameld over (mogelijke) markten of klanten. In principe kan iedereen marktonderzoek doen: studenten, ondernemers, leden van verenigingen en ieder ander die meer wil weten over een markt of marktsegment. |
Meeneemfaciliteit | De mogelijkheid om een hypotheek binnen een bepaalde periode mee te nemen naar een andere woning. Vraag bij ons naar de voorwaarden. |
Meerwerk-/verbeteringskosten | De kosten die je maakt wanneer je bij de aankoop van je nieuwbouwwoning meer werk laat verrichten dan in het bestek is voorzien, of bij een bestaande woning verbeteringen laat aanbrengen |
Milieucategorie | Voor bedrijvenparken bepalen gemeentes doorgaans een milieucategorie. Deze varieren van lichte bedrijvigheid (categorie 1) tot zware industrie (categorie 6). De milieucategorie van uw bedrijf hangt af van geur, stof, geluid, gevaar, verkeer of visuele aspecten. |
Milieuschadeverzekering | De Milieuschadeverzekering dekt tegen een lage premie de financiële gevolgen van milieuschade. De premie wordt vastgesteld aan de hand van concrete, duidelijk aanwijsbare criteria. Zoals de aard van de activiteiten, de hoeveelheid gevaarlijke stoffen en de wijze van opslag. Hoe minder risico, hoe lager de premie. |
MKB | Afkorting voor Midden en Klein Bedrijf. |
Monument | Een monument is een overblijfsel van kunst, cultuur, architectuur of nijverheid dat van algemeen belang wordt geacht om de historische, volkskundige, artistieke, wetenschappelijke, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde. |
Multi tenant | Meerdere bedrijven huren in een gebouw. |
Nationale Hypotheek Garantie kosten | De borgtochtprovisie voor de verkrijging van de Nationale Hypotheekgarantie. Dit bedrag kun je meefinancieren in je hypotheek. |
NHG | Afkorting voor Nationale Hypotheek Garantie. |
Nieuwbouwfinanciering | De oplevering van je nieuwbouwwoning betaal je in termijnen. Je sluit de hypotheek af op het moment van aankoop en het geleende bedrag wordt op een aparte rekening (in depot) gezet. Als je een termijn moet betalen, wordt het bedrag overgeschreven. Zie ook: "bouwrente"en "grondrente" "renteverlies tijdens de bouw". |
Nominale rente | Het rentepercentage dat je met de bank afspreekt. |
Non recourse | De hypotheekschuld kan alleen maar verhaald worden op het vastgoed; de beleggers zijn voor deze schuld niet hoofdelijk aansprakelijk. |
Notaris | Een notaris is een persoon die bevoegd is om authentieke akten op te maken ('te verlijden') in de gevallen waarin de wet aan hem of haar die bevoegdheid toekent en een partij dit van hem verlangt. |
Notariskosten | De kosten van een notaris voor haar werkzaamheden. |
NVM | De Nederlandse Vereniging van Makelaars. |
Object | Ander woord voor gebouw. |
Obligatie | Schuldtitel met een bepaalde looptijd en een rentevergoeding |
Onderhandelingen | Proces waarin koper en verkoper of huurder en verhuurder het gezamenlijk eens te worden over o.a. koop / huur prijzen en overige voorwaarden. |
Onderhoudsplan | Door middel van een meerjare onderhoudsplan kan een constante kwaliteit van de gebouwen gegarandeerd worden. Het voorkomt risico's zoals achterstallig onderhoud en afname van gebruiksmogelijkheden. Aan de hand van meerjaren onderhoudsplan kan constructief gewerkt worden aan preventief onderhoud, zodat onvoorziene adhoc klussen voorkomen kunnen worden. |
Onderhuur | Wanneer u als hoofdhuurder een ruimte of gebouw door verhuurd aan een derde. |
Ondernemersloket | Een ondernemersloket is een verzamelnaam voor allerlei instanties die in Nederland openbare diensten verrichten ten behoeve van ondernemingen. |
Ondernemersvereniging | Vereniging van ondernemers voor gezamenlijk belangenbehartiging. |
Ondernemingsplan | Een ondernemingsplan, ook wel businessplan genoemd, is een plan voor het starten van een nieuwe of overnemen van een bestaande onderneming. Een dergelijk plan wordt aangeraden om de haalbaarheid van het bedrijf te vergroten. |
Onderzoeksplicht | De onderzoeksplicht betekent dat u als koper de plicht heeft om te onderzoeken of er lasten rusten op het huis dat u koopt en dat u moet onderzoeken of er gebreken aanwezig zijn. |
Onroerende zaakbelasting | De gemeentelijke belasting met als grondslag de waarde van je onroerende goederen. |
Ontbindende voorwaarden | De voorwaarden in een koopovereenkomst, op grond waarvan een overeenkomst kan worden ontbonden. |
Opbod en afslag | Veiling van onroerende zaken in twee rondes: De afslager/veilingmeester begint met een laag bod of hij vraagt om een startbod, vervolgens wordt er met meestal een vast bedrag opgeboden totdat er niet hoger wordt geboden. Dat bedrag wordt de inzet genoemd. Degene die het hoogst heeft geboden, heeft recht op een premie, de plok, ook wel strijkgeld genoemd. Vervolgens vindt de afslag plaats. De veilingmeester bepaalt nu een aanmerkelijk hogere prijs dan de inzet en laat deze steeds zakken totdat iemand "MIJN" roept, dat is dan de koper. |
Openbare inschrijving | Verkoop methode waarbij vooraf gesloten enveloppes worden ingeleverd met daarin de biedprijs. Tijdens een openbare zitting worden de biedingen bekend gemaakt, aan de hoogste bieder kan het object worden gegund. |
Oplevering | Onder oplevering van een gebouw verstaat men de aanvaarding door de opdrachtgever dat de werken door de aannemer uitgevoerd werden conform de plannen en het bestek van de architect. Men maakt een onderscheid tussen een voorlopige en een definitieve oplevering. |
Opleveringsrapport | Dit is het rapport wat u ontvangt na oplevering van een gebouw of ruimte. |
Opslagruimte | Ruimte voor het opslaan van goederen. |
Opstalverzekering | Een opstalverzekering is een verzekering die schade aan de opstal dekt. |
Opstartkosten | Kosten om op te starten, binnen fondsen betekent dit fondskosten minus financieringskosten. |
Optie | Een optie is een recht om tegen een vooraf bepaalde prijs binnen een afgesproken periode een bepaald goed te kopen of te verkopen. |
Overbruggingskrediet | Het overbruggingskrediet is een soort aflossingsvrije lening, u betaalt dus alleen de rente, welke vaak wel hoger licht dan normale hypotheek rente en ook behoorlijk kan verschillen bij de verschillende aanbieders. De hoogte van een overbruggingskrediet is ongeveer gelijk is aan de overwaarde van uw oude vastgoed. |
Overdrachtsakte | Overdrachtsakte, die de notaris opmaakt bij de koop en verkoop van onroerende zaken en die wordt ingeschreven bij het kadaster. Ook wel bekend als: eigendoms- of leveringsakte. |
Overdrachtsbelasting | Belasting die wordt geheven bij verkrijging van bestaande onroerende zaken. Dit is een percentage van de koopsom |
Oversluiten | Het opnieuw afsluiten van je hypotheek tegen een lagere rente en/of betere voorwaarden. |
Overstapfaciliteit | De mogelijkheid om over te stappen van een variabele naar een vaste rente. |
Overwaarde | Overwaarde is het verschil tussen het waarvoor u de hypotheek heeft afgesloten en de marktwaarde van uw vastgoed. |
OZB | Afkorting voor Onroerende Zaak Belasting |
Pachten | Pacht is de benaming voor een op huur lijkende overeenkomst waarbij agrarische gronden, al dan niet met de op die grond staande 'hoeve', viswater of een veer door de eigenaar (verpachter) in gebruik wordt gegeven aan de pachter. Het is een zogenaamde bijzondere overeenkomst. Dat wil zeggen als de overeenkomst voldoet aan de voorwaarden die de wet stelt dat het dan ook geldt als pacht-overeenkomst, ook al hebben partijen iets anders bedoeld of gewild. |
Pandbeheer | Een derde bedrijf neemt dan het beheer van het object over. |
Pandrecht | Wanneer je een levensverzekering afsluit kan de bank vragen om verpanding van de verzekeringspolis. De uitkering van de verzekering vervalt dan aan de bank ter zekerheid van de aflossing van je hypotheek. |
Pantry | keukenblokje in bijvoorbeeld kantoorpand. |
Passeren | Wanneer je bij de notaris je hypotheek- en/of transportakte ondertekent, spreken van van het "passeren" van de akte(n). |
Perceeloppervlakte | Het perceel is de begane grond oppervlakte van het vastgoed plus tuin en eventuele parkeerplaatsen. |
Performance fee aanbieder | Percentage van de winst, bedongen door de aanbieder, bij de verkoop van het vastgoed. |
Praktijkruimte | Dit is een ruimte wat vooral veel door tandartsen en huisartsen wordt gebruikt. |
Premiestorting(en) | Wanneer je in je levensverzekering, naast je maandelijkse premiebetaling een extra bedrag inlegt, noemen we dat een premiestorting. |
Prijs per m2 per jaar | Prijs dat u per m2 per jaar betaald. Dit is meestal exclusief BTW en servicekosten. |
Projecthypotheek of projectrente | Bij nieuwbouwprojecten bieden banken soms een hypotheek aan tegen een lagere rente of lagere afsluitkosten dan normaal. De lagere rente vervalt meestal bij renteherziening |
Projectinrichting | Inrichting van een geheel kantoor. |
Projectontwikkelaar | Projectontwikkeling is het tot stand brengen van een of meer bouwprojecten. Dit gebeurt vaak op eigen initiatief maar soms ook op initiatief van de overheid. Een belangrijk kenmerk is dat het bij projectontwikkeling bijna altijd gaat om het realiseren van een bouwplan zonder oogmerk tot zelf exploiteren en zonder zekerheid van een afnemer. In bijna alle gevallen wordt een gerealiseerd plan door de gemeente in beheer genomen. |
PropertyNL | Landelijk onderzoeksorganisatie en uitgeverij op het gebied van commercieel vastgoed en de woningmarkt in Nederland. |
Provada | Jaarlijkse beurs van de vastgoedbranche, vindt plaats in de Amsterdam RAI. |
Raamposter | Reclame poster voor op het raam. |
Real estate | Engelse term voor vastgoed. |
Recht tot eerste koop | Dit geeft het recht het onroerend goed als eerste aan te kopen. Eigenaar is dan verplicht u het onroerend goed als eerste aan te bieden. |
Rechtsbijstandverzekering | Een rechtsbijstandsverzekering is een overeenkomst met een verzekeringsmaatschappij, waarin die maatschappij onder vele voorwaarden, waaronder een aantal uitsluitingen, de verzekeringnemer bijstaat in het rechtsverkeer. |
Rekenmodel | Het puur cijfermatige model zoals dat is geconstrueerd door de studenten van de studie Financial Management van Universiteit Nyenrode. |
Rekenrente | Een rente-aanname die wordt gehanteerd in het prospectus gedurende (een deel van) de looptijd van de belegging. |
Rendementsdrijvers | Factoren die van invloed zijn op de geboden rendementen in de prospectussen van vastgoedmaatschappen en -CV's. Er zijn voor het (reken)programma een vijftal rendementsdrijvers benoemd, te weten: huurindexatie, hypotheekrente, leegstand, onderhoudskosten en BAR (bruto aanvangsrendement). |
Rentabiliteit | Onder rendabiliteit of rentabiliteit verstaat men de verhouding tussen een inkomen (winst) en het vermogen dat dit inkomen heeft verdiend. De rentabiliteit is een belangrijke maatstaf voor beslissingscalculaties op de lange termijn. |
Rente Cap en Floor | Maximale en minimale rente (bandbreedte of 'collar') waartussen een variabele rente zich mag bewegen gedurende een bepaalde vooraf overeengekomen looptijd. |
Renteherziening | Renteherziening is de het rente aanbod dat een kredietnemer ontvangt op het moment dat de rentevastperiode van zijn lening (vaak hypotheek) afloopt. |
Rentetarieven | Het rentepercentage waarvoor de geldgever zn geld wil uitlenen. |
Rentevaste periode | Bijna alle hypotheken worden voor een langere periode, bijvoorbeeld 30 jaar, afgesloten. Met het oog op de maandlasten vinden veel mensen het te duur om de rente voor de hele looptijd van de hypotheek vast te zetten. Vaak wordt dan gekozen voor een rentevast periode van 5, 10 of 20 jaar. Gedurende deze periode blijft de rente dan gelijk en heb je zekerheid over je maandlasten. |
Rentevergoeding grond- en termijnkosten (Fase 1) | De rente die je betaalt aan de bouwer voor de grond- en eventueel verstreken bouwtermijnen vanaf het moment dat de bouw is gestart tot het moment dat de koop-aannemingsovereenkomst door jou is getekend. |
Rentevergoeding van transport tot oplevering | De rente over de grondkosten tussen de datum van aankoop en de overdracht bij de notaris. |
Renteverlies tijdens de bouw | Over het bedrag dat in het bouwdepot staat ontvang je een depotrente. Het verschil tussen de betaalde rente en de ontvangen rente noemen we "renteverlies tijdens de bouw". Dit bedrag kun je meefinancieren in je hypotheek. De hypotheekrente die je betaalt over deze "vooruitbetaalde rente" mag je niet aftrekken. Het bedrag zelf is wel aftrekbaar. |
Rentmeester | Een rentmeester beheert goederen, in het bijzonder het onroerend goed van een eigenaar. Deze eigenaar kan zowel een particulier als een private of publieke rechtspersoon zijn. De moderne rentmeester is een breed opgeleide vastgoeddeskundige. |
Restschuld | De restschuld is het deel van een hypotheek dat na verkoop van het met juridischbezwaarde onderpand (bijvoorbeeld een huis) niet uit de verkoopopbrengst afgelost kan worden. |
Restschuld / Restantschuld | Het bedrag van je hypotheek dat nog niet is afgelost op de einddatum en dat je nog aan de bank verschuldigd bent. |
Retail | Is een ander woord voor levering van diensten en/of goederen aan particulieren. Het is dus detailhandel. Wel wordt de term detailhandel soms beperkt tot het leveren van fysieke goederen, terwijl men onder retail ook het leveren van diensten, zoals door een bank verzekeringskantoor of een reisbureau verstaat. |
Roerende zaken | Goed en zaak zijn termen die worden gebruikt in het burgerlijk recht, meer bepaald het vermogensrecht. Tussen het juridisch taalgebruik in Nederland en in België zijn er zekere verschillen. |
Royeren | uitsluiten of doorhalen |
Self storage | Het zelf opslaan van spullen. |
Servicekosten | De kosten die je betaalt voor collectief onderhoud, collectieve verzekeringen en overige voorzieningen aan onroerend goed. Bewoners/eigenaren van flats, appartementen en gesplitste woningen hebben met servicekosten te maken. Deze kosten worden geïnd door de Vereniging van Eigenaren in de vorm van een maandelijkse bijdrage. |
Showroom | Een ruimte waar goede worden getoond. |
Single Tenant | Er is één huurder in het gebouw. |
SKG Normering | SKG is een onafhankelijke certificatie organisatie die o.a. beveiligingsloten keurt tegen inbraak. |
Sleutelverklaring | Een verklaring dat de sleutel is overgedragen en toestemming om een pand te betreden. |
Solvabiliteit | Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) kan nakomen met behulp van alle activa. |
Spaarhypotheek | Een spaarhypotheek is een hypotheekvorm waarmee een eigen woning kan worden gefinancierd. De hypotheek bestaat uit twee delen: een hypothecaire lening en een spaarverzekering. |
Stichtingskosten | Alle kosten inclusief meerwerk die worden gemaakt voor de aankoop van een nieuwbouwwoning. |
Storage | Opslag. |
Taxateur | Persoon die proffecioneel de waarde van iets inschat. |
Taxatie | De waardebepaling van je huidige of nieuwe woning door een taxateur. |
Taxatiekosten | De kosten van een taxateur. |
Taxatierapport | De taxateur maakt een taxatierapport op. Het taxatierapport kan u helpen bij de onderhandelingen over de prijs van een object. Daarnaast wordt het veel gebruikt voor de financiering van een pand. |
Telefoonaansluiting | Aansluiting ten behoeve van telefonie. (ict) |
Tophypotheek | Een hypotheek die hoger is dan de executiewaarde van je huis. |
Totaalrendement | Som van direct en indirect rendement |
Totale fondsinvestering | Koopsom van het vastgoed inclusief alle gemaakte kosten. |
Transportakte | Een transportakte wordt in Nederland voorafgegaan door een koopakte. Deze stond vroeger bekend als de zogeheten voorlopige koopovereenkomst, welke ondanks zijn naam wel degelijk bindend was. |
Transportakte | Overdrachtsakte, die de notaris opmaakt bij de koop en verkoop van onroerende zaken en die wordt ingeschreven bij het kadaster. Ook wel bekend als: eigendoms- of leveringsakte. |
Transportaktekosten | De kosten van de officiële akte die door de notaris wordt opgemaakt bij de overdracht van je woning, vermeerderd met de registratiekosten en de kadastrale rechten. |
Transportkosten | De kosten voor het transporten van het onroerend goed van de ene eigenaar naar de andere. |
Turn Key Opgeleverd | Kantoorruimte wordt kant en klaar opgeleverd. De huurder hoeft alleen nog "de sleutel om te draaien". |
Utiliteitsbouw | Utiliteitsbouw beslaat alle bouwwerken die geen woonbestemming hebben. Enkele voorbeelden: Gebouwen om in te werken zoals fabrieken, kantoren en opslagruimtes.Gebouwen voor commerciële dienstverlening zoals winkels en garages. Verzorgingsinstellingen zoals ziekenhuizen. Recreatievoorzieningen zoals bioscopen. |
Variabele rente | Bij variabele rente kan het rentetarief ieder moment wijzigen, afhankelijk van de omstandigheden op de geld- en kapitaalmarkten in andere landen. |
Vaste rente | Leningen, met name hypothecaire leningen, worden vaak voor langere tijd afgesloten, en gedurende die looptijd geldt doorgaans een vaste lening: het tarief blijft dan gelijk. |
Vastgoed Holding | Een vastgoed holdig of Vastgoed BV is een aparte BV waarin alle bedrijfspanden zijn ondergebracht. Bedrijfsonroerend goed wordt zo losgekoppeld van werkmaatschappijen. |
Vastgoed splitsen | Het vastgoed wordt verdeeld onder meerder woningen of ruimtes. Dit is doorgaans lastig te bewerkstelligen. Splitsen van registergoed (ook wel horizontaal splitsen genoemd), kan een financieel aantrekkelijk en praktische manier zijn om vastgoed rendabeler te maken. |
Vastgoedbeleggingsfonds | Een fonds (bedrijf) wat zich alleen bezig houdt met het beleggen in vastgoed om daar vervolgens een rendement mee te creëren. |
Vastgoedborrel | Borrelgelegenheid voor mensen uit de vastgoedwereld. |
Vastgoedcommunicatie | Communicatie over vastgoedobjecten |
Vastgoedmarkt | De markt voor het verkopen en / of verhuren van vastgoed. |
Vastgoedontwikkeling | Het realiseren van nieuwe gebouwen, woningen of winkels. |
Vastgoedpartij | Personen of bedrijf die in vastgoed handelen. |
VBO | Brancheverenging voor makelaars |
Veiligheidsmonitor | De Veiligheidsmonitor is een grootschalig onderzoek naar de gevoelens van (on)veiligheid bij de bevolking. Ook de leefbaarheid in de buurt, buurtproblemen, slachtofferschap, aangiftegedrag, respectloos gedrag, de beoordeling van het gemeentelijke veiligheidsbeleid en het functioneren van de politie worden gemeten. De Veiligheidsmonitor is gestart in 2008 en het onderzoek zal jaarlijks terugkeren. |
Vereniging van eigenaren | Als het eigendom van een pand (appartement, gesplitste woning) over meerdere eigenaren is verdeeld, vormen de eigenaren gezamenlijke een vereniging. De oprichting van deze vereniging is wettelijk verplicht. |
Vergoeding over grondkosten/bouwtermijnen | Dit is bij nieuwbouw een vergoeding (incl. omzetbelasting) over de grondkosten en overige op de datum van de koop-/aannemingsovereenkomst verschuldigde termijnen, berekend volgens de methode die in de koop-/aannemingsovereenkomst is vastgesteld. |
Vergunningen | Benodigde toestemming van een overheid. |
Verontreinigde grond | Verontreinigde grond voldoet niet aan één of meer van de criteria voor schone grond. Er is onderscheid tussen licht- en ernstig verontreinigde grond: Licht verontreinigde grond bevat geen concentraties van stoffen boven de interventiewaarden. In ernstig verontreinigde grond zitten één of meerdere stoffen boven de interventiewaarde. |
Verpanding | Verpanding is het als onderpand overdragen van de rechten van een polis, zoals de uitkering op de einddatum en bij eerder overlijden, aan de geldverstrekker. |
Verwervingskosten | Het totaal benodigde bedrag om je huis te kunnen kopen (verwerven). Dus: koopsom en kosten koper. |
Verzamelgebouw | Gebouw dat wordt gebruikt door meerdere gebruikers. |
Vestigingsklimaat | Het vestigingsklimaat geeft aan hoe aantrekkelijk het is om als bedrijf ergens te vestigen. |
Vide | Een vide in een gebouw is een open ruimte die over twee of meerdere verdiepingen doorgaat. Een vide ontstaat als een deel van een verdiepingsvloer wordt weggelaten waardoor uitzicht op een lagere verdieping ontstaat. |
Virtuele bezichtiging | Een online bezichtiging van een object zonder er te zijn. |
Vloerbelasting | Dit is de belasting ie een vloer aankan. De vloerbelasting wordt vaak uitgedrukt in kg per m2. |
Vloeroppervlakte | De vloeroppervlakte (VO) van een gebouw geeft, in bepaalde mate, de grootte van het gebouw weer. Vloeroppervlakte wordt in vierkante meter (m2) uitgedrukt. Berekeningen: Lengten in één richting ten minste in decimeters bepalen. |
Vluchtroutes | Dit de route die u moet volgen wanneer er een calamiteit ontstaat binnen een gebouw. |
Vooraankondiging | Samenvattende informatie over een vastgoedbeleggingsfonds met als doel het aantrekken van vermogen van beleggers |
Voorlopig koopcontract | Koopcontract dat vooraf gaat aan de overdracht bij de notaris en waarin meestal ontbindende voorwaarden zijn opgenomen. De term "voorlopig" heeft betrekking op de ontbindende voorwaarden. Kan er door jou geen beroep worden gedaan op de ontbindende voorwaarden, is het koopcontract bindend en ben je verplicht de woning te kopen. |
Voorlopige dekking | De voorlopige dekking van (zakelijke) verzekeringen geldt in de periode tussen aanvraag en acceptatie van uw verzekering. |
Voorlopige teruggaaf | Maandelijkse verrekening van de fiscus van het belastingvoordeel ten gevolge van de renteaftrek. |
Vraagprijs | Dit is de prijs die een eigenaar, verkoper of verhuurder vraagt voor zijn of haar vastgoed. |
Vreemd vermogen | Aangetrokken financiële middelen als aanvulling op het eigen vermogen, zoals (bank)leningen of obligaties |
Vrij op naam (v.o.n.) | De overdrachtskosten zijn inbegrepen in de koopsom. Bij een nieuwbouwwoning is de BTW inbegrepen. De levering vindt dus plaats zonder aankoopkosten. Zie ook 'Overdrachtskosten' |
Vrije hoogte | De vrije hoogte wordt in het gedefinieerd als "de verticale afstand tussen de bovenkant van een afgewerkte vloer of het maaiveld en de onderkant van het laagste, daarboven gelegen constructiedeel". In het bouwbesluit staat beschreven welke eis er aan de vrije hoogte wordt gesteld voor de verschillende soorten ruimte. |
Vrije verkoopwaarde | De waarde van je woning als deze vrij op de markt kan worden verkocht (in tegenstelling tot executiewaarde). |
Vrijwillige onderhandse verkoopwaarde | De waarde van je woning als deze vrij op de markt kan worden verkocht (in tegenstelling tot executiewaarde). Ook wel vrije verkoopwaarde genoemd. |
Waarborgsom | Een waarborgsom (borg) dient ter zekerheid van de verhuurder ingeval van een huurachterstand of schade aan het verhuurde. Indien na het verlaten van de woning door de huurder schade aan het verhuurde is toegebracht, kan de verhuurder de opknapkosten verrekenen met de borg. |
Werkkapitaal | Deel van het eigen vermogen dat niet direct wordt gebruikt voor de aankoop van het onroerend goed. |
Werkplek | Een plek waar iemand werkt. Gemiddeld is dit ongeveer 15 tot 20 m2. |
Wet Waardering Onroerende Zaken | De waardering van je huis door de gemeente bepaald wordt. Deze vindt plaats door middel van een WOZ-taxatie. Op basis van deze taxatie wordt het eigenwoningforfait en de onroerend zaakbelasting berekend. |
Winkeliersvereniging | Vereniging van winkeliers, hier worden gezamenlijk activiteiten georganiseerd of afspraken gemaakt over het winkelcentrum of winkelgebied. |
Winkelinrichting | De inrichting van een winkel. |
Winkelpui | De (voor)gevel van een winkel. |
Winstdeling | Verdeling van de overwinst (aan het einde van de looptijd) tussen de beleggers en de aanbieder. Hiervoor worden verschillende systemen gehanteerd. Het eerste systeem gaat uit van de werkelijk gerealiseerde winst bovenop de inleg die bij verkoop van het pand wordt gerealiseerd. Daarvan krijgt men een percentage. |